Dag 8 Voor het eerst in een hotel (30-7)

31 juli 2015 - Egilsstaðir, IJsland

30-7-15               (geschreven op 31-7-15                14.28)

Na de gebruikelijke ochtendrituelen, waarbij het opstaan voor iedereen al een stukje makkelijker wordt (aangezien Mark steeds minder mekkert). Begon de tocht naar ons derde huisje, alweer een stap dichter bij dat vliegtuig dat ons naar het koude Nederland zou brengen. In het heerlijke warme zonnige IJsland hebben we namelijk (nog)geen last gehad, en vooral gelachen, om alle berichten van stormachtig weer in ons moederland. Er stond ons een lange reis voor de boeg van ca. 300 km rechtstreeks, maar zoals jullie waarschijnlijk al verwacht hadden gaan we niet rechtstreeks. We hebben ook dit keer weer voor een mooie omweg met een lange lijst aan tussenstops gekozen.

Husavik
Het eerste punt op de agenda is een vissersstad(je) aan de noordelijke kust. Het was nog niet zeker of we hier wel wilde stoppen maar toen we er doorheen reden zag het er toch wel gezellig uit. Nadat de auto geparkeerd was en Carla haar gebruikelijke plaspauze heeft gehad liepen we het dorpje in. Als eerst liepen we langs 3 verschillende maatschappijen waarmee je walvissen kon gaan bekijken, deze zaten op letterlijk nog geen 10 meter van elkaar af. Ons eerste doel (voor Carla en Thom) was het souvenirswinkeltje dat we vanuit de auto al hadden gezien. Lekker rondneuzen (kijken, kijken maar niet kopen) zoals alleen echte Nederlanders dat kunnen. Na nog een aantal leuke dingen te hebben gezien besloten we toch eerst om verder te kijken. Na nog een vaag winkeltje met geitenwollen sokken te hebben doorlopen, kwamen we aan bij een souvenirsshop van het walvismuseum (het museum zijn we overigens niet in geweest). Hier zag Thom toch wel wat leuks daarom kocht hij, met zijn papegaaiduikerverslaving, een shotglaasje hiervan. Hier bleef het niet bij want hij moest er ook nog perse een beeldje van hebben. Na nog wat gedronken te hebben besloten we in verband met de tijd om toch maar verder te gaan.

Mánárbakki
Volgens de beschrijving zou er een vuurtoren staan op de kliffen, waar overigens kolonies papegaaiduikers nestelen (Thom en Carla vonden dit natuurlijk niet zo erg). Er was zeker niet gelogen, maar of je het een vuurtoren mocht noemen was maar de vraag. Een klein oranje torentje (nog geen 4 meter hoog) stond trots op de punt van een klif. Met de auto was het niet bereikbaar dus gingen we te voet verder. Ons lekker gedragend als stomme buitenlanders zijn we over een touw heen gestapt en een hek waarop stond ‘’Don’t enter’’ en ‘’Nests are Closed’’. We lieten ons niet dit prachtige plaatje ontgaan door een paar bordjes. Mooi was het zeker, een klif van zeker 25 hoog waar om de paar seconden papegaaiduikers uit vlogen tegen de sterke windstoten in. Meeuwen die er boven vlogen, zwevend in de wind. En boven dat alles een havik die zat te loeren op de vogeltjes die niet op zaten te letten.

Asbyrgi
Het volgende punt was een klein stukje van de route, er werd nog getwijfeld of we het mee zouden pakken. Gelukkig hebben we het gedaan. Plots reden we namelijk door een ravijn met aan weerzijden hoge rotswanden van 100 meter hoog. Steeds dieper het ravijn in rijdend zagen we daar de eerste bomen die we in IJsland hebben gezien. Een zigzag weg door het beginnende bos bracht ons bij een kleine parkeerplaats. Op de plattegrond was te zien dat het ravijn een hoefvorm had en we bijna in de punt(bolle zijde van het hoef) waren. Er werd dus besloten om wat verder de punt in te lopen (hier zou ook een klein vennetje zijn), dit koste niet heel veel tijd en de hele route zou te lang duren. Dit was zeker geen slecht idee. Een pad van houtsnipper leidde ons door een berkenbos, dit pad liet wat zich op veel plekken overdekken door diezelfde berkenbomen. Met een strak blauwe lucht en een heerlijk zonnetje leek dit net gefotoshopt. Toen we bij het vennetje aankwamen was het een prachtig moment om mee te maken. Een klein watervalletje dat zich in het vennetje liet vallen. Een steigertje met bankjes om op te zitten. Een paar eendjes dat vrolijk naar je toe kwam zwemmen als je aan de rand van de steiger stond. Het enige wat het gevoel van intense rust doorbrak was af en toe het geluid van een uil of raaf. In twee woorden kan je dit beschrijven als ‘intens genieten’. Helaas moesten we weer terug naar de auto aangezien we al achter liepen op schema.

Hljodaklettar
Een onverharde weg lag voor het verschiet. Moeilijk was het niet, gewoon de auto voor je blijven volgen die niet te missen was met alle stofwolken die hij achter zich aan sleepte. Het gehobbel en gebobbel wat we allemaal al zo goed kende van “The Highlands” begon weer terug te komen (dit tot genot van Carla). Niet heel veel later moesten we afslaan een ravijn in (over de weg, niet over de rand) en kwamen we wederom weer bij een parkeerplaats uit. Hier vandaan liepen we een ruime halve kilometer om bij een rivier uit te komen. Dit was trouwens het eerste troebele water wat we in IJsland tegen zijn gekomen. Het normaal altijd prachtig heldere water was nu een bruine modderstroom. Gelukkig kwamen we hier niet voor het water maar voor de enorme basaltformaties rondom de rivier. Ook dit was weer prachtig om mee te maken (zoals veel dingen in IJsland). De route terug leek alleen een stuk langer, dit kwam door het prachtige weer dat wij hier wel hebben (het zweet stond op onze ruggen).

Dettifoss
Er zijn al heel veel watervallen bekeken in deze vakantie, maar toch moesten we deze perse zien. Niet omdat hij zo mooi zou zijn, maar omdat het de waterval is met het meeste waterverplaatsing(ca. 500m3/sec) van Europa. Niet precies wetende wat we hiervan konden verwachten liepen we door een veld van stenen en rotsen naar de waterval toe. Al van ver hoorde je het gebulder van water en niet veel verder voelde je het water al op je neerkomen. Toen we over de laatste rij rotsen heen konden kijken wist je niet wat je zag. Een totale rivier van minstens 40 meter breed stortte zich 44 meter met al zijn kracht omlaag. Om hier al kolkend neer te komen en weer rustig als rivier verder te gaan. Enorme wolken van waterdruppels vliegen in het rond en bijna overal waar je keek zag je regenbogen. Een pracht plaatje om te zien. We konden ook wel begrijpen dat je met zoveel natuurgeweld boven aan de lijst van watervallen komt te staan.

Námaskard
Met tegenzin stapten we weer in de auto, iedereen was moe en gaar van het zitten (in de auto). Het liefst reden we nu gelijk door naar het huisje(nog minstenstens 165 km), maar aangezien het 17.00 uur was en er nog boodschappen gedaan moesten worden was dit geen optie. Er moest eerst een omweg worden gemaakt om een supermarkt te pakken die nog open was. Gelukkig waren we op tijd en konden we eindelijk naar ‘huis’. Maar niet nadat we nog bij de zwavelvelden zijn gaan kijken (zwavel, niet zwaffel). Koos die nog het meeste fut in zich had zitten wilde hier nog wel even gaan kijken. Carla was er klaar mee en bleef daarom ook in de auto zitten, terwijl Mark en Thom wel even mee gingen. Al gauw hadden ze hier spijt van, aangezien je neus wordt gevuld met een zalige rotte eieren geur. Gelukkig hadden we nog niet gegeten, anders waren de putten met kokende modder iets meer gevuld. Terwijl grote gaten in de grond aan het stomen en borrelen waren stonden overal toeristen foto’s te nemen. Thom had het genoegen om de camera vast te houden en mocht dus overal lekker dicht bij in de stank gaan staan. Na elke put met blubber (van wel 200◦) op de foto gezet te hebben konden we weer terug de auto in (#frisselucht) en door naar huis.

Eyvindará 2
Een klein vakantiehuizencomplex iets ten noorden van Egilsstadir (de hoofdstad van het oosten), wat tevens een hotel is, werd ons nieuwe onderkomen. Tot onze verrassing werden we niet in een huisje geplaatst maar in 2 aparte kamers die bij het hotel hoorde. Zeer netjes was alles opgemaakt, alleen er was geen keuken (we moesten nog avondeten). Zonder enige ander oplossing zijn we dan toch maar in het restaurant van het hotel gaan zitten (vonden we ook niet heel erg). Na een heerlijk avondmaal hebben we nog eventjes zitten kaarten bij pa en ma, waarna Mark en Thom naar hun eigen kamer vertrokken. Toen Thom al lekker in bed lag besloot Mark nog even bij het washok te gaan kijken (deze zag je vanuit het raam maar was alleen voor de staff). In zijn onderbroek liep hij om 11 uur (het is dan nog licht hier) buiten naar het washok. Enkele mensen begroetend ging hij kijken of hij hier zijn wasje kon draaien. Dit kon wel degelijk (volgens Mark) en ging daarom zijn vuile was halen uit zijn kamer. Nog steeds in alleen zijn onderbroek liep hij met een stapel wasgoed naar het washok (weer dezelfde mensen begroetend die hem maar raar stonden aan te kijken). Helaas waren alle wasmachines vol, gelukkig is Mark niet zo verlegen en haalt er eentje leeg waar net wat vuile vaatdoekjes van de staff inzaten. Na om 2 uur (hij heeft hiervoor zijn wekker gezet) zijn kleren van de wasmachine naar de droger verplaatst te hebben is ook Mark terug gaan slapen. Het is waarschijnlijk niet de bedoeling maar Mark had de volgende ochtend wel weer schone en droge was.

Thom en Carla
 

 

Foto’s